DE STORM
Ze waren samen thuis,
met z'n tweetjes.
Het was een koude, donkere, stormachtige nacht.
De storm was opeens begonnen
en bij elke donderslag zag hij haar opspringen.
Ze keek door de kamer en bewonderde zijn sterke verschijning......
en wenste dat hij haar in zijn armen zou nemen,
om haar te beschermen tegen de storm en te troosten.
Opeens, met een plof, viel de stroom uit.... ze gilde...
Hij rende naar de sofa waarop zij zat.
Hij twijfelde niet om haar in zijn armen te nemen.
Hij wist dat het een verboden actie was
en verwachtte dat ze zich terug zou trekken.
Hij was verrast dat ze zich niet verzette maar zich aan hem vastklampte.
De storm raasde voort...
Ze wisten dat het fout was...
Hun families zouden dit nooit begrijpen...
Ze waren zo gevangen in hun ANGST
dat ze het opengaan van de deur niet eens hoorden...
alleen de verraderlijke klik van de camera......